Richtantwoorden en achtergrond

Hieronder staan korte, theoretische beschrijvingen van DNB. De leerlingen geven hun eigen (goed onderbouwde) antwoorden.

Opdracht 1

De negatieve economische gevolgen zijn aanzienlijk. Voor Amerika zelf zijn de verwachte gevolgen in het derde scenario het meest negatief, maar de strekking is steeds gelijk. Het Amerikaanse prijsconcurrentievoordeel op de wereldmarkt is van korte duur. De hogere prijzen hollen de koopkracht uit.  Doordat Amerikaanse producten op de wereldmarkt duurder worden, neemt de Amerikaanse uitvoer fors af. Verminderde koopkracht heeft een drukkende werking op de consumptieve bestedingen in de VS. Ook de Amerikaanse bedrijfsinvesteringen worden flink neerwaarts bijgesteld vanwege de sterk verminderde economische bedrijvigheid. Uiteindelijk komt het reële bbp in de VS lager uit. De sterk verminderde Amerikaanse bestedingen werken direct negatief door op de in- en uitvoervolumes van andere landen. Tegelijkertijd loopt in veel landen de inflatie op door de invoer van duurdere goederen en diensten. Hogere prijzen, lagere particuliere consumptie en minder investeringen drukken de mondiale economische groei.  

Door de bescherming van de binnenlandse markt neemt de overlevingskans van minder productieve bedrijven toe. Bedrijven met hogere kosten en prijzen, minder effectief en minder innovatief. Deze bedrijven trekken de gemiddelde arbeidsproductiviteit naar beneden.

Opdracht 2

De redenen kunnen uiteenlopen van economische kortetermijndoelstellingen, tot stimuleren van specifieke bedrijven of sectoren. Politieke overwegingen zoals bescherming van toonaangevende nationale bedrijvigheid en andere vormen om nationaal besef en gevoel te stimuleren kunnen ook meewegen.

Opdracht 3

De redenen van andere landen zijn vergelijkbaar met die van opdracht 2. Extra politieke reden kan zijn, dat de regering wil laten zien dat ze voor haar eigen bedrijven en inwoners wil opkomen en niet over zich heen wil laten lopen. 

Opdracht 4

  1. Wereldwijd stagneert de economische groei. Het volume van de voor Nederland relevante wereldhandel wordt daardoor ook getroffen en komt lager uit dan eerder geraamd. Met dalend vertrouwen, afnemende bestedingen en investeringen tot gevolg. De economische groei loopt terug en de werkloosheid loopt op. Ondanks de stijgende invoerprijzen, blijft de doorwerking op de inflatie beperkt. Onder meer doordat de vraag afneemt. De effecten op de relevante wereldhandel voor Nederland zijn in de basis relatief gering. Dit komt niet alleen doordat Nederlandse producten slechts in bescheiden mate op de Amerikaanse markt worden afgezet, maar ook door de appreciatie van de dollar. Het goedkoper worden van de euro compenseert voor een deel het effect van het door de VS opgelegde importtarief. 

Zonder tegenmaatregelen in andere landen blijft de schade voor de Nederlandse economie beperkt. Via lagere invoerprijzen wordt de inflatie wat gedrukt, waardoor de koopkracht op peil blijft en daarmee de particuliere consumptie. Met tegenmaatregelen zijn de mondiale economische gevolgen veel negatiever. Voor Nederland, andere handelspartners van de Verenigde Staten en ook voor de Amerikaanse economie zelf.