Er is onderscheid te maken tussen sportief, politiek, economisch en sociaal (plezier en geluk) succes.
Wat zijn de kosten (investeringen in infrastructuur en organisatie), wat de baten (toerisme, reclame inkomsten, image, geluk, verbeterde faciliteiten) ook enige tijd na de Spelen?
Vermeld bij alle opdrachten duidelijk welke bronnen je hebt gebruikt.
Opdracht 1 - Kosten
Om de Spelen te mogen organiseren moet een stad zich presenteren in een voorstel (bid) en ook een begroting opstellen. Dat financiële plaatje wordt vaak nog te rooskleurig voorgesteld. Sinds 1960 vielen de Olympische Spelen gemiddeld 156 procent duurder uit dan geschetst, zo maakten wetenschappers aan de Universiteit van Oxford in 2016 bekend.
Opdracht 2 - (Toekomstige) baten
De directe baten uit horeca, hotels, parkeren etc. wegen meestal niet op tegen de directe kosten, maar door de publiciteit kan het imago en de naamsbekendheid verbeteren. Op lange termijn kan dat een stad veel opleveren.
Als Nederland de Olympische Spelen zou willen organiseren zou de grootste post de benodigde infrastructuur en accommodaties zijn. Toenmalig minister Schippers zei daar in 2016 het volgende over: "De investeringen zijn zo groot dat ze eigenlijk alleen te rechtvaardigen zijn als je het kan hergebruiken."
De Braziliaanse stad Manaus heeft nu een nieuw stadion voor 47.000 toeschouwers, terwijl er daar bij een doorsneevoetbalwedstrijd hooguit 1.500 bezoekers komen kijken.
Onderzoek een van de investeringen die je bij opdracht 1 gevonden hebt en analyseer of ze volgens jou voldoende hergebruikt worden.
Opdracht 3 - De balans opmaken
Voor grote projecten zoals de Olympische Spelen maak je vooraf een maatschappelijke kosten-batenanalyse (mkba). Dat geeft inzicht in de haalbaarheid van, maar het blijft een bestuurlijke afweging of je daadwerkelijk de Spelen wilt organiseren.