Richtantwoorden

1. Urgentie en intentie

a. Uit de cijfers van Eurostat (2016) blijkt dat Nederland ver achter blijft. Met 6% hernieuwbare energie als percentage van het totale energieverbruik bungelen we onderaan het lijstje. Het EU-gemiddelde ligt op 17%.

b. Kosten kunnen ook uitgedrukt worden in inspanning en tijd, die anders in een (bij)baantje gestoken zou kunnen worden.

2. Belastingmaatregel

a. DNB voorziet geen grote gevolgen voor de Nederlandse economie als geheel. Een afname van het BBP met 1%. Dit deel van de rekening wordt geheel bij producenten, met name in uitstoot-intensieve bedrijfstakken, zoals de chemische- en basismetaalindustrie, de delfstoffenwinning en de energiesector gelegd. Ze zullen een deel doorberekenen in hun prijzen en het bedrijf reorganiseren.

b. Om de zwaarst getroffenen te compenseren, noemt DNB de mogelijkheid om met de opbrengsten van de CO2-belasting de genoemde sectoren financieel te steunen en ze te stimuleren over te schakelen naar schonere technologie.

c. Eigen inzicht.

3. Vier scenario’s op korte termijn

a. De impact van een politieke schok zorgt via abrupte belastingen en andere beperkende maatregelen de eerste jaren voor negatieve gevolgen voor het BBP. Inflatie loopt op. Deze maatregel treft de uitstoot-intensieve sectoren relatief het meest. Via doorberekening treft dit ook het besteedbaar inkomen van huishoudens.

Een technologische schok wordt beschreven als een onvoorziene en onvoorspelbare technologische vooruitgang als gevolg van onderzoek en innovatie. Dat zorgt ervoor dat we de helft meer hernieuwbare energie gaan gebruiken. Creatieve destructie is het gevolg. Verreweg de grootste nadelige gevolgen komen op rekening van bedrijven die zwaar afhankelijk zijn van oude vormen van energievoorziening. Gevolgen voor het BBP en de inflatie blijven beperkt.

De combinatie van beide scenario’s heeft een initieel positief effect op de economische groei, maar heeft na een jaar een flinke terugslag tot gevolg. Ook de inflatie kan rekenen op een forse toename. Een scenario waarin geen actieve maatregelen getroffen worden en technologische doorbraken (als gevolg van beperkte inspanning op gebied van onderzoek en innovatie) uitblijven zorgt voor veel onzekerheid. Investeringen, aankopen en beleggingen worden uitgesteld. De negatieve gevolgen voor de economische groei zijn vergelijkbaar met de andere scenario’s. Alleen neemt de inflatie juist af.Dit treft alle sectoren op vergelijkbare wijze. Maar belangrijker nog, het probleem wordt niet opgelost.

De dubbele schok heeft uiteraard het meeste effect op alles. De klimaatdoelen zullen sneller bereikt worden, maar de rekening is hoger voor de economie als geheel en voor sommige sectoren in het bijzonder. Voor de meeste sectoren is een passief scenario het meest nadelig. Bijvoorbeeld voor de voedingsindustrie en de productie van elektronische apparaten. De sectoren die meer afhankelijk zijn van oude vormen van energie zoals de petrochemische productindustrie zullen bij een dubbele schok het zwaarst getroffen worden. De bouw ondervindt nagenoeg evenveel nadeel van een politieke schok, een dubbele schok of een vertrouwensschok.

Voor alle sectoren is een technologische schok het gunstigst. Probleem is uiteraard dat deze schok lastig te sturen is. Wat je hiervoor kunt doen is inzetten op innovatie, onderzoek en ontwikkeling.

b. Bij een vertrouwensschok wordt iedereen nagenoeg evenveel getroffen, maar schuiven we de echte rekening voor ons uit. Een tijdbom voor iedereen die zich moeilijk weet voor te bereiden op het moment waarop de energietransitie echt doorzet.
Voor alle overige schokken geldt dat de uitstoot-intensieve sectoren het hardst getroffen zullen worden. De rekening wordt dan in eerste instantie neergelegd bij de bedrijven in die sectoren. Dat zal consequenties hebben voor de werknemers bij die bedrijven, hun aandeel op de beurs en de prijzen van hun goederen en diensten. Werknemers die ontslagen worden, beleggers die hun aandeel zien kelderen, ondernemers die hun winst zien afnemen en consumenten die de prijzen zien stijgen worden geraakt. Uiteindelijk kan de overheid via compenserende maatregelen de rekening verder verdelen.