Richtantwoorden en achtergrond

Hieronder staan de theoretische beschrijvingen van DNB. De leerlingen moeten vooral hun eigen (goed onderbouwde) weergave geven, zolang ze het terug kunnen brengen op betrouwbare bronnen. In veel gevallen is het lastig om (meerdere) betrouwbare bronnen te vinden die ook nog eens dezelfde cijfers presenteren. Bedragen in euro’s en dollars, al dan niet gecorrigeerd voor inflatie laten zich ook moeilijk met elkaar vergelijken. Daarom gaat het vooral om het ontdekken van trends en tendensen.

Opdracht 1a 
Zuid-Afrika 2010: Kosten: 7,8 miljard dollar. Overschrijding: 300%
Brazilië 2014: Kosten: 14 miljard euro. Overschrijding: 50% (bouw stadions)

Handige bronnen:
Link 1
Link 2
Link 3
Link 4
Link 5
Link 6

Opdracht 1b
Handige bron: link

Opdracht 2
Handige bronnen:
Link 1
Link 2
Link 3

Opdracht 3a
Hiermee maak je een schatting van de (positieve en negatieve) effecten van een project (of beleidsoptie) op de welvaart in ruime zin. Het gaat dus om financiële kosten en baten, maar ook om maatschappelijke effecten zoals effecten op geluidsoverlast of natuur die inwoners van waarde vinden.

Om tot een goede analyse te komen, beschrijf je eerst waarom je het evenement wilt organiseren. Wat moet het opleveren? Je gaat de verschillen analyseren tussen het nulalternatief (geen evenement) en de effecten die de organisatie van een evenement als het WK teweeg brengen. 

Dan volgt misschien wel de moeilijkste stap. Alle effecten op de welvaart van mensen ga je monetariseren, oftewel in geld uitdrukken. Tot slot bepaal je over hoeveel jaar je de kosten en baten meerekent.

Opdracht 3b
Handige bronnen:
Link 1
Link 2
Link 3
Link 4
Link 5
Link 6